bavel.info Open in urlscan Pro
2a00:f10:13f:0:1c00:40ff:fe00:1af  Public Scan

Submitted URL: http://bavel.info/fotopaginas/breda/wijken.html
Effective URL: https://bavel.info/fotopaginas/breda/wijken.html
Submission: On July 31 via api from US — Scanned from NL

Form analysis 0 forms found in the DOM

Text Content

HOME
Top
Boeimeer Boschstraat Brabantpark Haagse Beemden Heusdenhout Heuvelkwartier Hoge
Vught Linie Kwartier Princenhage Tuinzight


BREDASE WIJKEN


BOEIMEER

Boeimeer is een uitgestrekte woonwijk gelegen aan de zuidkant van Breda, even
buiten het stadscentrum. Formeel is het een 'buurt', als onderdeel van de wijk
Breda Zuid. De wijk is 122 ha. groot en telt bijna 5.900 inwoners. De woningbouw
is van vóór 1970, voor een klein deel al van kort voor de Tweede Wereldoorlog.
Het aantal eengezinswoningen is 55%. Er zijn evenveel hoge als midden en lage
inkomens.
Boeimeer was vroeger het poldergebied tussen de rivieren de Mark en de Aa of
Weerijs, daar waar beide stromen samenvloeiden, op het grondgebied van
Princenhage. Het bestond grotendeels uit weiland en kon worden geïnundeerd,
waardoor het een natuurlijke bescherming vormde aan de zuidzijde van de stad
Breda. Tot het midden van de vijftiende eeuw was het gebied bijna onbewoond.

In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd begonnen met de bebouwing van de
Boeimeer als uitbreidingswijk van Breda. Het begin van de wijk Boeimeer was het
driehoekige gebied waarlangs de beide Bredase rivieren de Mark en de Aa in een
stompe punt naar elkaar toelopen. Bij die samenloop zelf is al in de
Middeleeuwen de oude stadskern van Breda ontstaan. De Boeimeer was
oorspronkelijk een polderachtig gebied aan de zuidzijde daarvan.

Naam De oudst bekende schrijfwijze is Boymere (1295). De polder is bekend vanaf
het begin van de veertiende eeuw. De naam Boeimeer vindt zijn oorsprong in een
waterplas, waarvan in de 19e eeuw nog een grote vijver was overgebleven en zou
te verklaren zijn als "moerassig, onvruchtbaar gebied". Boeimeer was het gebied
tussen de rivieren de Mark en de Aa of Weerijs, vlak voordat zij in de stad
Breda samenvloeien. Het bestond grotendeels uit weiland; een lange tijd
onbewoonde, natuurlijke bescherming aan de zuidzijde van de stad Breda. Voor de
bebouwing werd het als een poldergebied beschouwd, te vergelijken met de
Belcrumpolder aan de noordkant van de stad. Vandaar dat men spreekt van de
Boeimeer (evenals van de Belcrum).

Gehucht Boeimeer
Het historische gehucht Boeimeer werd gevormd door groep hoeven,
arbeiderswoningen en een herberg nabij de plaats van het voormalige klooster
Vredenberg. De bij de boerderijen behorende akkers lagen op de hoger gelegen
dekzandrug van Boeimeer. De naam van het gehucht wordt voor het eerst genoemd in
1307. De Hoeve Boeimeer die de kern van het gehucht vormde werd al in 1448 in
erfpacht gegeven.




BOSCHSTRAAT

De Boschstraat is een van de oudste straten in de binnenstad van Breda. Het was
een van de drie toegangswegen naar de stad.

Er zijn diverse monumentale panden, zoals het voormalige Oude Mannenhuis op
nummer 22, dat later de Beyerd en vervolgens Museum Of The Image (voorheen
Graphic Design Museum) werd. Vanaf het voorjaar van 2017 is hier het Stedelijk
Museum Breda gevestigd. Op nummer 35-37 is het huis De Olyton, gebouwd in 1791.
Op nummer 57 was onder meer Huize Raffy, een verzorgingshuis voor Indonesische
ouderen, gevestigd. Een monument dat is verdwenen is het voormalige hotel de
Kroon op nummer 28.

De Boschstraat heette tot in de zestiende eeuw Gasthuyseynde.[1] Op de kop van
de Boschstraat was de stadspoort de Boschpoort, een van de drie stadspoorten van
Breda gevestigd. De Boschpoort is gebouwd van Bentheimer-steen in 1774 met
erachter een wapenplein. De Boschpoort lag tussen de bastions 's Bosch en
Mansfeld. Voor de poort lag het ravelijn Prins Maurits. De weg buiten de poort
splitste zich links naar Terheijden en Moerdijk en rechts naar 's-Hertogenbosch
en Oosterhout. Op de stadspoort stond het wapen van de stad en in het fronton
aan de buitenzijde was het wapen van Prins Willem V. Een klein restant van de
oude stadspoort is nog te zien op de hoek van de Veemarktstraat.

Vroeger ging de paardentram van de Ginnekensche Tramweg Maatschappij door de
Boschstraat richting station Breda.









BRABANTPARK

Het Brabantpark is een wijk in Breda, grenzend aan de wijk Heusdenhout. Het ligt
direct ten oosten van het centrum.

Het oostelijke deel van de wijk bestaat voornamelijk uit vierhoog flats en
eenvoudige eengezinswoningen uit de jaren 50 en 60, terwijl het westelijke deel
vooral bestaat uit jaren 20 en 30 woningen en een villawijk. De wijk heeft in de
loop der jaren een behoorlijk gemêleerde bevolkingssamenstelling gekregen. De
afgelopen jaren hebben veel jonge gezinnen Brabantpark ontdekt.





















HAAGSE BEEMDEN

Haagse Beemden is een relatief jonge woonwijk aan de noordwestkant van de stad
Breda. Met 27.000 inwoners en ruim 10.000 woningen vormt zij verreweg de
grootste wijk in Breda. Samen met het bedrijventerrein Emer vormt de wijk het
stadsdeel Breda Noord-West.

De wijk Haagse Beemden is vernoemd naar het vroeger grotere natuurgebied Haagse
Beemden. De stedelijke bebouwing is er verweven met het landschap. De wijk ligt
gescheiden van de rest van de stad door de tussenliggende bedrijventerreinen
(Krogten, Emer-Noord, Emer-Zuid en Steenakker). Ten zuidwesten van de wijk ligt
het oude kerkdorp Prinsenbeek.

In 1975 verwierf Breda de status van groeistad. Op 1 juli 1976 ging in verband
daarmee een groot deel van de Haagse beemden (het deel ten oosten van de A16,
met een oppervlakte van 1.548 hectare) van de gemeente Prinsenbeek over naar de
gemeente Breda, voor de bouw van het nieuwe stadsdeel Haagse Beemden, dat al in
1958 gepland was.[4] De wijk is in de jaren '80 en '90 gebouwd aan weerszijden
van het landgoed Burgst. Dit is later als park ingericht, waarbij historische
elementen als de Kapel van Gageldonk en de Kleine en Grote Hoeve behouden zijn
gebleven. Langs de A16 ligt het natuurreservaat Weimeren en recreatieplas De
Kuil.








HEUSDENHOUT

Heusdenhout is een wijk in het oosten van Breda, gelegen tussen de Tilburgseweg
en de Franklin Rooseveltlaan. De wijk werd in de jaren zeventig gebouwd. Ze
grenst aan de wijk Brabantpark.

De wijk is vernoemd naar de gelijknamige buurtschap. De Sint-Annakapel werd in
1518 gesticht en diende als kerkje.

Heusdenhout (Breda-Oost) was oorspronkelijk een gehucht onder de gemeente
Ginneken en Bavel met een eigen kapel. In de jaren zestig van de twintigste eeuw
werd een nieuwe, grote wijk rond het oude gehucht aangelegd, gedeeltelijk een
villawijk.

Tekening van Sint-Annakapel in Heusdenhout


SINT-ANNAKAPEL

De oudste vermelding van de Sint-Annakapel in Heusdenhout is van 1518. De kapel
werd tijdens de Furie van Haultepenne geplunderd en grotendeels verwoest. Rond
1600 werd de kapel opnieuw opgebouwd, waarbij hij zijn huidige uiterlijk kreeg.
Na het einde van de Tachtigjarige Oorlog kreeg hij een nieuwe functie en heeft
hij onder andere dienst gedaan als schoollokaal. Cornelis Pronk tekende deze
school in 1729. Het bleef een schoolgebouw tot in de jaren dertig van de
twintigste eeuw. De Ginnekense burgemeester, jonkheer Serraris, organiseerde een
grondige restauratie, waarbij de rieten kap en de klokkentoren werden
teruggebracht. Na afronding van de restauratie kreeg de kapel opnieuw een
religieuze functie. Tot op de dag van vandaag vinden in de Sint-Annakapel
diensten plaats. De bedevaart van Breda naar Molenschot ('Sint Anneke, geef me
een goei manneke') leidde wel langs deze kapel.



Onthulling van het herdenkingsmonument bij de Sint-Annakapel in Heusdenhout ter
herinnering aan bisschop Oomen in 1957 (Foto: Hans Chabot, Beeldcollectie
Stadsarchief Breda)


BISSCHOPSHOEVE

De straat en het winkelcentrum die bekend staan onder de naam Bisschopshoeve
zijn in 1965 genoemd naar een boerderij, de Bisschopshoeve of Helenahoeve, aan
de zuidzijde van de Kapelstraat. De hoeve is afgebroken in 1969. De hoeve werd
zo genoemd omdat er twee bisschoppen zijn geboren, namelijk mgr. P. Leijten
(1834-1914), vierde bisschop van Breda en mgr. A.C. Oomen (1876-1957), titulair
bisschop van Zattara in Numidien apostolisch vicaris van Mwanza in Urundi. Naast
de Sint-Annakapel in Heusdenhout staat een monument ter herinnering aan mgr.
Oomen. Dat monument is onthuld in 1957.

Heerbaan voorheen Heusdenhoutseweg. Op de achtergrond de Franklin Rooseveltlaan
of Zuidelijke rondweg, (Foto: Ben Speekenbrink, coll. Stadsarchief Breda id.
19700352)


HEERBAAN

De Heerbaan is aangelegd in 1965 en loopt gedeeltelijk evenwijdig aan de oude
Heusdenhoutseweg. Van de Weilustlaan tot ongeveer de Nieuwe Inslag is de oude
Heusdenhoutseweg opgenomen in het nieuwe tracé van de Heerbaan. Dit is nog te
zien aan de imposante oude bomen. Het fietspad ligt tussen de bomen, dus op het
tracé van de Heusdenhoutseweg. De naam Heerbaan is een oude naam voor de
Heusdenhoutseweg. Om het geheel duidelijk te krijgen is het de moeite waard om
op de website Topotijdreis de ontwikkeling in de loop van de jaren te bekijken.

Raambrug
De brug over de Molenlei heette de Raambrug. Maar de Molenlei werd verlegd naar
de huidige loop in 1947. De oorspronkelijke brug lag verder naar het westen, bij
de toenmalige Raamstraat, waar de brug ook zijn naam aan ontleent. De toponymist
Chr. Buiks vond een vermelding van de naam Heusdenhoutseschoor voor dit
bruggetje in 1701. Een schoor is een eenvoudig bruggetje. De Gids voor Ginneken
en Omstreken van 1889 noemt het bruggetje het Leijbruggetje.

Literatuur
Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Ginneken en Bavel, deel 13,
Heusdenhout I (Nieuw-Ginneken, 1985).

J. van Haastert, De honderd bruggen van Breda (Breda, 1973).

Gerard Otten, De straten van Breda (Breda, 1988).
















HEUVELKWARTIER

De eerste grote wijk die na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd was het
Heuvelkwartier, ontworpen door de bekende architect en stedenbouwkundige M.J.
Granpré Molière (1883-1972). Na de oorlog kwam de wijkgedachte op. Allerlei
voorzieningen zouden op buurt- of wijkniveau te vinden moeten zijn zodat
wijkbewoners zo min mogelijk in aanraking zouden komen met de verlokkingen van
de grote stad. Het gezin was de kern van de samenleving en de kerk speelde een
even grote rol als de overheid. De kern van de in zichzelf gekeerde wijk is de
Heuvelbrink met de kerk van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand. Door
groenstroken wordt de wijk afgeschermd van andere stadsdelen. Sinds 1995 wordt
er druk gewerkt aan herstructurering van de wijk met eerbied voor de
oorspronkelijke vormgeving

vooraanzicht kerk Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand (bron: Breda
Boek)

Kerk Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand (bron: Breda Boek)

De Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende bijstand kerk, Mgr Nolensplein
De Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende bijstand is een kerk met pastorie die in
1951-1953 is gebouwd. De ontwerper is de architect en stedenbouwkundige Marinus
Jan (M.J.) Granpré Molière. Hij was hoogleraar bouwkunde aan de Technische
Hogeschool Delft en de aanvoerder van de Delftse School. De Delftse School is
een behoudende architectuurstroming binnen het traditionalisme uit de vroege
wederopbouwperiode. De kerk is een van de weinige architectuurontwerpen van zijn
hand. De glas in lood ramen zijn ontworpen door Gerard (G.J.) Slee (directeur
van kunstacademie St. Joost) en Octave (O.E.C.M.I.) van Nispen tot Pannerden.
Het gebouw is recentelijk gerenoveerd en als multifunctioneel buurtgebouw.

Het gebouw ligt, geheel volgens de opvattingen van die tijd, gelegen in het hart
van de wijk Heuvel. Van deze wijk is het westelijk deel door Granpré Molière
ontworpen en het oostelijk deel door een van de andere hoofdrolspelers in die
periode: Frits (F.P.J.) Peutz. De laatste was vooral bekend om zijn
modernistische stijl. Omdat beide hoofdstromingen uit de vroege
wederopbouwperiode elkaar ontmoeten in de wijk Heuvel, is deze in 2012 opgenomen
in de lijst van 30 wederopbouwgebieden van nationaal belang.






















HOGE VUGHT

Luchtfoto Hoge Vught Klik op foto voor een vergroting


GESCHIEDENIS HOGE VUGHT

De Hoge Vucht is de verzamelnaam voor de wijken die samen het gedeelte van Breda
Noord vormen dat is gelegen ten noorden van de Noordelijke Rondweg in Breda.

Voorheen behoorde de Vuchtpolder tot de gemeente Teteringen. Vóór 1795 echter
behoorde Teteringen de jurisdictie van de stad Breda. In de Franse Tijd scheidde
het dorp zich af als zelfstandige gemeente. Dit was een langdurig proces, pas in
1810 werd de zelfstandigheid van Teteringen definitief erkend. De Hoge Vucht
werd in verschillende fases geannexeerd door Breda in 1927, 1942 en 1961. In
1997 tenslotte werd het restant van de gemeente Teteringen, inclusief de Lage
Vucht, toegevoegd aan de gemeente Breda.

Volksmond
Straatnamen zijn belangrijk om ons te oriënteren. In de middeleeuwen werden
straatnamen spontaan in de volksmond gevormd. De straatnamen waren niet
aangebracht op straatnaambordjes. Een straat kon daarom wel twee of meer namen
hebben, of langzaam maar zeker van naam veranderen. In het buitengebied werden
vaak alleen de gehuchten benoemd en niet de wegen.
De toponymist Chr. Buiks heeft heel veel oude toponiemen verzameld van
Teteringen. Een toponiem is de naam van een geografische eenheid, van akkers,
gehuchten, maar ook van straten. Meestal werden straten genoemd naar de functie,
naar de richting waarin hij liep (Terheijdenseweg), naar oriëtatiepunten, naar
streeknamen (Vuchtstraat) of naar eigenschapen van de straat (breed, smal,
recht, krom, slikkerig enzovoorts) ( Zwarte Dijk) of naar de bewoners.

Officiële straatnamen
Toen de straatnamen in combinatie met huisnummers als adresaanduiding werden
gebruikt, moesten ze ook officieel worden vastgesteld en moesten de namen op
borden worden aangegeven. In 1795 werd in Breda het Franse systeem ingevoerd van
wijken (A, B, C en D) met huisnummers, vaak gecombineerd met straatnamen.
Straatnaamborden verschenen in Breda in 1812. In 1897 werd het adressysteem
ingevoerd van straatnamen en huisnummers. De Hoge Vucht werd bebouwd vanaf 1953.
Rond 1970 was de wijkaanleg voltooid, op wat braakliggende terreinen na.
Helaas heeft men de Hoge Vucht gevuld met thematische straatnaamgeving:
uitvinders, Belgische plaatsnamen en Belgische en Nederlandse architecten.
Enkele oude dijknamen zijn hergebruikt als namen voor nieuwe ontsluitingswegen
(Groenedijk). In de wijk Waterdonken (Korte Vucht of Blokvucht), gebouwd vanaf
2008 op grondgebied dat in 1997 geannexeerd werd van Teteringen, zijn gelukkig
systematisch oude namen hergebruikt













LINIE KWARTIER







PRINCENHAGE















TUINZICHT